GELUIDSFRAGMENTEN

Luister alles

...

Fragment 1: Introductie

Introductie ​van Radio Futura. Meer... 

dfsd

Fragment 2: Links/Rechts Theater

Politicoloog Max van Weezel praat met socioloog Merijn Oudenampsen. Meer... 

Fragment 3:  Het Transitiebureau

Jaïr Stranders in gesprek met Anoek Nuyens, Lara Staal, Simon van den Berg, Marijke Hoogenboom en Anne Breure van Het Transitiebureau. Meer...

Fragment 4:  Daggast Rebekka de Wit

Daggast Rebekka de Wit (theatermaker) leest haar ingezonden brief voor over de kloof tussen kunst en cultuur. Een zeer persoonlijke oproep theaterkunst zo serieus te nemen als mogelijk is. ​​Meer...

Fragment 5:  Afsluiting

Afsluiting 

Fragment 1: Introductie van Radio Futura


“Radio Futura is een hartstochtelijke ode aan het dwarse tegengeluid. Met vasthoudendheid en een fikse dosis dilettantisme doen wij onze uiterste best om u de komende tijd te informeren, te inspireren en te amuseren. Op de snijtafel de komende 13 uitzendingen de soms complexe maar vaak ook hartstochtelijke relatie tussen kunst en samenleving. Radio Futura is een openbaar laboratorium waar het denken wordt uitgetest, waar vragen vlijmscherp worden geformuleerd en waar schoorvoetend radicale voorstellen worden geïntroduceerd.” Mark Timmer

Fragment 2: Links/Rechts Theater


Politicoloog Max van Weezel praat met socioloog Merijn Oudenampsen, Eva van Heijningen (dochter van de toenmalige advocaat van Hans Janmaat), journalist Raymond van den Boogaard en theatermaker Sadettin Kırmızıyüz over de vraag wat de voorstelling Jeremia bijdraagt aan het denken over onderwerpen als vrijheid van meningsuiting, ‘links/rechts-denken’ en radicaliteit. Jeremia van Sadettin Kırmızıyüz en Marjolijn van Heemstra lokte veel reactie uit. Kern van de discussie was de vraag waarom politicus Hans Janmaat destijds de vrijheid van meningsuiting min of meer werd ontzegd, terwijl nu half Nederland flirt met de vrijheid om te beledigen? Heeft Janmaat destijds de weg vrij gemaakt voor de reaguurders van nu? Hadden we toen niet beter moeten luisteren? Een onderzoekend en bij vlagen verhit gesprek. De stevige muzikale interventies zijn van Jimi Zoet.

“Het is merkwaardig, in het hedendaagse Nederland, laten we zeggen het Nederland van na de verzuiling, leeft sterk het gevoel dat we met z’n allen iets moeten vinden. Als een honderd-vijftigste in de Tweede Kamer wordt verkozen die vermoedelijk een racistische, enge figuur is, dan trekken die andere honderdnegenveertig delen zich dat aan. Zij voelen zich aangevallen of zelfs ondermijnd.” Raymond van den Boogaard

Fragment 3: Het Transistiebureau


Jaïr Stranders in gesprek met Anoek Nuyens, Lara Staal, Simon van den Berg, Marijke Hoogenboom en Anne Breure van Het Transitiebureau, dat op dit moment samenwerkt met het Lectoraat Podiumkunsten in transitie van de Theaterschool in Amsterdam en resideert in Frascati.

“Het Transitiebureau is voortgekomen uit de Mars der Beschaving. Die heeft veel energie losgemaakt en, in tegenstelling tot wat hier eerder aan tafel werd beweerd , ook veel effect gehad. Namelijk dat verdere bezuinigingen op cultuur werden tegengehouden die op het ministerie in voorbereiding waren. Na de Mars was het de vraag where do we go from here? Die bezuinigingen kwamen voort uit een neo-liberaal denken over kunst en cultuur waarin de kunst geen rol speelt in de samenleving., waarbij kunst alleen entertainment is. De progressieve partijen, die normaal gesproken kunstbeleid ruimhartiger ondersteunen, hebben geen ideologische basis meer om de kunstsubsidie te legitimeren. Wij willen daarom bij nul beginnen: wat zijn de argumenten om kunst te ondersteunen?” Simon van den Berg

Fragment 5: Aflsluiting 

Fragment 4: Daggast Rebekka de Wit

​​​Mijn culturele beleving
Een ingezonden brief aan De Morgen, die nooit werd gepubliceerd.

Rebekka de Wit


Uitgesproken door Rebekka de Wit tijdens de allereerste uitzending van Radio Futura op 11 september 2014.

“Een paar maanden geleden kreeg ik van De Morgen, een Vlaamse krant, de vraag of ik een rubriek wilde vullen over mijn culturele belevingen. Ik heb daar in eerste instantie ja op gezegd. Ik zou een vragenlijst krijgen en op de redactie zouden ze mijn antwoorden omvormen tot een column. Het waren de volgende vragen: wat waren je recente culturele hoogtepunten? Welke cultuurervaring heeft je erg beïnvloedt of heeft zelfs keerpunt in je leven betekent? Waar kijk je naar uit het komend cultuurseizoen? Wat is voor jou de meest indrukwekkende cultuurstad en waarom? Wat is je top drie cultuursteden? Aan welke cultuurstad plan je een bezoek of zou je graag eens bezoeken? Heb je goede culturele voornemens naar volgend seizoen toe? Ik probeerde deze vragen te beantwoorden, maar dat lukte niet. Dus heb ik een brief geschreven aan De Morgen om uit te leggen waarom ik het moeilijk vond om op hun vragen te antwoorden. Het is een lange brief geworden. Helaas hebben ze niet geantwoord. Dit is de brief.”

Dag Joni,

Hierbij mijn antwoord op je vraag naar mijn culturele beleving. Je mag dit publiceren, maar als je het niet kunt publiceren, wat ik begrijp, dan ben ik bang dat je iemand anders zult moeten vragen om deze rubriek te vullen. Ik zie namelijk niet goed in waarom we edele uitzendruimte zouden gebruiken om mij – een klont cellen – dingen te vragen over mijn cultuurbeleving. Ik zou graag – tenminste tien minuten - principieel willen zijn tegenover de wereld die ik voorsta, en in die wereld is zendtijd bedoeld voor opperhoofden (die overigens vaak gekozen werden omwille van de kracht van hun geheugen). Voor bijna verlichten of andere brandweerlieden die door bijna onwereldse toewijding iets van de grond hebben gekregen (en denk nou in Godsnaam niet aan de Waffen SS) .

Ik wil hierbij niet beweren dat ik zo’n persoon ben, integendeel, ik heb die personen zelf juist heel hard nodig en ik vermoed dat ik niet de enige ben, vandaar dat het me nogal onverstandig lijkt om mij op zo’n plek neer te zetten. Ik ben namelijk geen opperhoofd, maar laat me heel even mijn afwijzing uiteen zetten, voordat ik plaatsmaak. Er is namelijk nog iets. Ik heb het gevoel dat we collectief heel goed zijn geslaagd in het neerzetten van cultuur als hobby die zich in dezelfde schimmelige hoek bevindt als het verzamelen van motten. Ik vind dat deze rubriek bijdraagt aan die ontwikkeling.

Ik bedoel dit: Je vraagt of er cultuurervaringen zijn, cultuurbelevingen zijn die mijn leven hebben veranderd. Ik vermoed dat je dan op een ‘kunstervaring’ doelt, want alles is uiteindelijk een cultuurervaring. Mijn recente culturele hoogtepunt was in de metro in Brussel. Ik zat naast een hele corpulente vrouw, die indiaans bloed leek te hebben en bouwvakkersschoenen droeg. Het was verdacht stil in de metro, zo stil dat het leek op een of ander Boeddhistisch complot. Ik weet niet hoe lang het duurde voordat het eerste geluid werd gemaakt, maar het leek zo lang als de tijd die je meestal doorbrengt in de wachtruimte van de tandarts. Het eerste geluid kwam uit de borstzak van de vrouw naast me, het was een trilling en toen kwam er een beat en de zin: ‘my neck, my back, lick my pussy and my crack.’ De vrouw schaamde zich niet – in tegenstelling tot de rest van de passagiers – ze nam de telefoon op in een taal die ik niet verstond. Het voelde alsof ik in haar dagboek had gelezen.

Kunst en cultuur zijn twee verschillende dingen

Zonder cultuur is er geen wereld en wellicht bestaat er ook geen cultuur zonder kunst. We kunnen het moeilijk testen, omdat er geen beschaving is geweest waar het ontbrak. Er bestaat niet zoiets als een ‘culturele ervaring’. Dat is een pleonasme. En als we onophoudelijk het idee van cultuur isoleren van de wereld, in aparte rubrieken bespreken, waarin we onze culturele hoogtepunten aan het daglicht blootstellen, dan zijn we volgens mij niet bezig met de goede zaak, maar helpen we alleen maar mee aan de – voor sommigen – heel handige, zij het onmogelijke kijk op cultuur: namelijk dat cultuur iets is dat los van ons staat.

‘Kan kunst de wereld redden’, was de titel van Antwerpen 93 en is de ondertitel van menig essay. Of ‘kunst in tijden van cholera’ of ‘kunst, juist nu!’. Ik weet dat kunst en cultuur twee verschillende dingen zijn, maar ik moet eraan denken omdat deze vraag alleen maar gesteld kan worden als kunst – net als cultuur denk ik – gezien wordt als iets op zichzelf. Als iets dat er ook niet kan zijn. Ik geloof dat niemand ooit de vraag heeft gesteld kan mijn hart mijn leven redden, omdat het natuurlijk evident is dat je leven niet zonder je hart bestaat en andersom.

Ik zeg dit allemaal vooral omdat ik zelf last heb van het feit dat als ik bezig ben met het maken van een voorstelling, ik eigenlijk het gevoel heb dat mensen (ik) denken dat ik vooral motten aan het verzamelen ben in een schimmelig hoekje en dat het ongeveer het tegenover gestelde is van iets doen. En iemand – ik zelf – heeft me wijsgemaakt dat iets doen het hoogste is. In een soort diep weten, waar ook mijn vorige levens zich schuil houden, weet ik dat niets doen het allerhoogste is, maar dat diepe weten openbaart zich alleen maar als het heel stil is, tijdens een Boeddhistisch complot bijvoorbeeld, of op het moment dat het licht uitgaat na een theatervoorstelling.

Ik zeg dit, omdat – in allerlei publieke opinies – vooral ‘engagement’ kunstenaars bestaansrecht geeft en tegenwoordig engagement vooral geassocieerd wordt met een spandoek. Met oplossingen. En daar heb ik last van als ik subsidiegeld krijg. Met de oplossingsverwachting. Ook die van mezelf. Soms heb ik het gevoel dat per ongeluk de rollen zijn omgedraaid. Kunstenaars mogen tuinprojecten doen, bruggen bouwen, integratie verbeteren en oplossingen voorstellen en de politiek zal zich via een eeuwenoud conflictmodel wel bekommeren om het toneelstuk.

Uitwaaien

Mijn hele leven is een aaneenschakeling van culturele belevingen, of ik nu in een museum ben of niet. Sommige tilden mij op en andere hebben mij doen verlangen naar een flink potje uitwaaien.
Een woord dat overigens niet in andere talen bestaat. Ik heb het woord eens zien staan op een lijstje van onvertaalbare woorden – en het was vertaald met ‘to walk in the wind for fun’. En dat is niet uitwaaien. Wat uitwaaien echt is, kom je misschien alleen maar te weten als je hier bent ingesleten. Uitwaaien is een geheim dat wij delen, wanneer we na een lange dag langs elkaar en over elkaar heen, niet eens weten van een elkaar – en aan iemand aan een loket proberen uit te leggen waarom wij dat eigenlijk doen. Uitwaaien. Om maar te zeggen dat ook uitwaaien – het even weg van alles zijn – een zeer culturele beleving is. Om maar te zeggen dat ‘het even weg zijn van alles’ volgens mij niet bestaat.

Heeft uitwaaien ooit mijn leven veranderd? Ik weet het niet. Heeft mijn hart ooit mijn leven veranderd? Is er een culturele beleving geweest die mijn leven heeft veranderd? Ik weet het echt niet. Veranderen klinkt alsof ik iemand was – los van de wereld. Alsof ik ergens anders ben opgegroeid en zoals een Pygmee uit een andere wereld, ben losgelaten op deze wereld. Als er een culturele beleving is die mij heeft veranderd, impliceert dat dat ik er eerst was en toen pas de cultuur waar ik uit voort kom. Dat kan geloof ik niet.   

Het gewicht van het leven verdelen

Ik heb soms het gevoel dat alle mensen, politici, familie en kunstenaars om mij heen, ook de vrouw met de bouwvakkersschoenen, een emmer glow in the dark verf in hun bezit hebben, waarmee ze mij op de een of andere manier hebben aangeraakt. En al die aanrakingen bepalen welk licht ik geef (in het geval dat ik een lichtgevende bofkont zou zijn natuurlijk). Die aanrakingen bepalen in ieder geval wat ik zie en wie ik ben en ik weet eigenlijk niet of daar een verschil tussen bestaat. En ik weet niet welke God ik op mijn blote, wellicht lichtgevende knieën mag danken, dat ik lang genoeg heb geleefd om La Grande Bellezza te mogen zien, omdat die film een catharsis kan veroorzaken, wat trouwens de overtreffende trap is van uitwaaien. En door een catharsis begrijp je niet alleen jouw leven – maar het leven. Je voelt dat jouw particuliere leven een beetje met het leven te maken heeft en met het grotere geheel dus, dat hier al miljoenen jaren ook zonder ons het grotere geheel was. En dat is dan even een soort – ja wat is het woord - … sneeuwschoen. Doordat het gewicht van het leven op dat moment even verspreid lijkt te zijn over ons allemaal, lijkt het makkelijker – en ik durf het haast niet te zeggen, omdat het zo vreselijk simpel is - op zo’n moment lijkt het makkelijker niet in de sneeuw weg te zakken.

DAG 1: DONDERDAG 11 SEPTEMBER
​LINKS/RECHTS THEATER

Daggast Rebekka de Wit