MOEREMANS & SONS:
​GEEN SLACHTOFFERS VAN HET KUNSTBELEID MAAR DADERS

“Kun je denken, denk dan mee.
Kun je echt denken, denk dan verder.”

Je hebt het niet van mij maar… Moeremans & Sons is een nieuw theatergezelschap dat geen gezelschap is maar een collectief waarin iedereen een eigen taak heeft. Ze bedachten nieuwe theaterconcepten als ‘plug & play’ en ‘everybody is a stand-in’ waardoor ze altijd en overal voorstellingen kunnen maken die ze met behulp van hashtagcampagnes op Twitter en netwerkmarketing aan de man brengen. Zoals nu Shoot the Messenger. Eentje die over roddelen gaat. En over politiek.

Door Dana Linssen

Het was een van de grote verassingen van 2012: My First Suicide, de voorstelling die Sarah Moeremans samen met het derde jaar van de ArtEZ Toneelschool Arnhem maakte gebaseerd op De zelfmoordenaar (1928) van Nicolai Erdman. Een voorstelling waarvoor je door de catacomben van de schouwburg moest dwalen. Filosofisch muziektheater. Met pakkende songs van singer/songwriter Eefje de Visser. Zonde dat we dat niet vaker kunnen spelen, vonden de jonge toneelspelers. Het was de geboorte van Moeremans & Sons, een gezelschap dat geen gezelschap is, een plug & play-collectief waarin alle acteurs ook productionele taken hebben.

Inmiddels zijn we twee jaar en anderhalve voorstelling verder. Ook afstudeervoorstelling Kill Your Character trok de aandacht. Actrice Eva van Gessel werd bekroond met de Kenmna-prijs voor meest veelbelovende acteur of actrice. Regisseur en schrijver Sarah Moeremans kreeg deze zomer de Erik Vos-prijs voor haar werk waarin grote filosofische en morele vraagstukken niet worden geschuwd. Het zijn grote woorden voor voorstellingen die met veel vaart, humor, dynamiek en lichtvoetigheid ook over de ondraaglijke lichtheid van het bestaan laten zien.

En nu is er dan Shoot the Messenger. Een voorstelling over roddelen. En over de manier waarop de samenleving Anchorfunctioneert. Aan de vooravond van de première spraken we met regisseur/schrijver/incidenteel actrice Sarah Moeremans, muzikant Eefje de Visser en toneelspeler Rosa van Leeuwen, tevens verantwoordelijk voor financial affairs.

Wie zijn Moeremans & Sons, of kan ik beter vragen: ‘Wat is Moeremans and Sons’?
Rosa van Leeuwen: Ik denk toch ‘wat’.
Sarah Moeremans: Ik denk ook ‘wat’.
Eefje de Visser: Het maakt mij niet uit, maar ik denk ook ‘wat’.

En waarom ‘wat’?
RvL: Omdat het meer gaat over wat we doen en waar we voor staan dan wie we zijn. Net zoals degenen die de rollen spelen inwisselbaar zijn, gaat het er ons ook niet om dat de acteur de rol maakt. Het gaat over de ideeën waar de rol voor staat, wat de rol inhoudt.

Dus als het er meer om gaat wát jullie doen dan wíe jullie zijn, wát doen jullie dan?
RvL: We maken voorstellingen, merchandise, stencils, posters, kostuums.
EdV: Muziek.
RvL: Tekst.
SM: En als je het iets abstracter trekt: we willen heel graag ‘daders’ zijn. Daders op al die gebieden. Op het gebied van voorstellingen maken, plug & play-shows, een gedachtegoed verspreiden, tot het innoveren van dingen die al lang bestaan, het heruitvinden van hoe je praat, hoe je zingt, hoe je aan je geld komt, hoe je samen eet, hoe je huisvesting verzorgt. Dat is allemaal gestoeld op het idee: ‘Als ik dader ben, dan moet ik me bewust zijn van de keuzes die ik maak.

Waarom gebruik je het woord dader?
SM: Dat heeft met het culturele landschap van dit moment te maken. Kunst en cultuur hebben het zwaar. Soms lijkt het daarom alsof kunstenaars een bedreigde diersoort zijn. Een slachtoffer van de omstandigheden. Dat willen wij niet zijn.
EdV: Wat ons onderscheidt van andere gezelschappen is dat we alles zelf doen. De acteurs zijn tegelijkertijd de hele machine rondom de voorstelling heen.

Meer zoals in de popmuziek eigenlijk.
EdV: Dat was toen we onze eerste voorstelling My First Suicide maakten ook een inspiratiebron. In de popmuziek heb je veel minder subsidie. Dus mensen maken vaak muziek naast een andere baan. Maar het belangrijkste is de drive. Ze moeten muziek maken en met de wereld delen. Ik zie Moeremans & Sons als een superband die een plaat aan het maken is.
SM: Dat is ook de reden waarom we ons graag omringen met mensen die niet per se uit de theaterhoek komen. Alles wat we doen is een scheppingsproces, misschien niet altijd even creatief of fantasierijk, maar van alles willen we weten wat we doen en of het ook beter zou kunnen. Dat gaat inderdaad van flyers drukken tot tekst leren en je afvragen over hoe we over ons eigen vak spreken. Net zoals we als consumenten geen biefstuk meer willen eten zonder te weten waar hij vandaan komt, willen we geen voorstellingen meer maken zonder te weten hoe ze zijn ontstaan.

Zijn jullie een reactie op het cultuurbeleid?
EdV: Ik voel heel erg de drijfveer om dingen te veranderen. Anders te doen. Het heft in eigen handen nemen.
SM: We reageren wel op de tijdsgeest. En daar is die culturele tijdsgeest een kind van, maar het is niet alleen dat. Het is ook een reactie op de levensangstige cultuur van de babyboomers. En de sfeer in het theater dat vroeger alles beter was.

Dus het is meer dan dat jullie met jullie do-it-yourself-mentaliteit alleen maar de natte droom zijn van neoliberalen à la Halbe Zijlstra?
SM: Hahaha, ja absoluut. Zonder de crisis in de kunsten was Moeremans & Sons ook ontstaan. Omdat de tijd er rijp voor was. Wij hebben afgerekend met die –ismen. We zijn neoliberaal én communistisch. We zijn totaalsamplers. We zijn romantische postmodernen. Dat kan eigenlijk niet. Maar we hebben niet de destructiedrang van het postmodernisme. Deconstructie is belangrijk als proces, maar niet om te demasqueren.

Dus cynisme is geen optie?
RvL: Nee helemaal niet. Want we gooien niet het kind met het badwater weg en we hoeven niet zo nodig álles opnieuw uit te vinden. We zijn ook hele goeie copycats. Wat goed werkt nemen we over.

Het valt me op dat jullie heel veel eigen taalgebruik hebben: plug & play-shows, everybody is a stand-in. Wat betekent dat allemaal?
RvL: Het zijn spelregels. Door een voorstelling plug & play te noemen, betekent het dat je net zoals een bandje ergens je versterker neer moet kunnen zetten en je gitaar inpluggen en spelen. Dan kun je dus geen enorme decors of kostuums meenemen. Het moet in een bestelbusje passe, we moeten het zelf kunnen opbouwen en zonder technici een voorstelling kunnen draaien. En daardoor kun je ten alle tijden overal spelen. Everybody is a stand-in betekent dat we ook met invallers kunnen spelen. We kunnen een voorstelling dus op het repertoire houden. Als jij wilt dat we volgende week Kill Your Character komen spelen, dan zou dat moeten kunnen.
SM: We zijn stiekem een beetje jaloers op popmusici. Bovendien is het heel bevrijdend om zo’n begrip de theaterwereld in te trekken. Everybody is a stand-in rekent ook af met het gevoel van een acteur dat hij de enige is die een rol kan spelen. Natuurlijk is wat hij doet het beste. Maar wat een ander doet kan ook het beste zijn. Maar dan anders. Inwisselbaarheid in een groep is geen blijk van overbodigheid, maar van onderling vertrouwen. Zo proberen we om begrippen en concepten die ‘moe’ geworden zijn te herdefiniëren of een tijdje te vermijden.

Hoe werkt dat in de praktijk?
RvL: Ik ben naast acteur ook zakelijk leider. Maar ik ben geen leider. Dus wat betekent zo’n begrip. Zo hebben we alle functies besproken en opnieuw uitgevonden en een naam gegeven. Toen zijn we gaan nadenken hoe dat in andere sectoren heet. Bijvoorbeeld in de politiek. Buitenlandsze zaken. Foreigns Affairs. En zo kwamen we op financial affairs. Een bestaand begrip heruitgevonden en hergebruikt in een nieuwe context.

Dus iedere acteur bij Moeremans & Sons heeft ook een andere taak?
SM: We hebben een preproductieteam en een productieteam. Elke dag tot half een werken we aan alles wat met het maken van een voorstelling te maken heeft, pr, kostuums, een clipje maken. Daarna gaan we repeteren.
RvL: Moeremans & Sons is voorgekomen uit een derdejaarsvoorstelling aan de Toneelschool in Arnhem. Helemaal aan het begin hebben we die taken tamelijk intuïtief verdeeld.

Moet je er een bepaald soort acteur voor zijn om zo te kunnen werken?
RvL: Het is wel even uitzoeken welke extra rol er bij je past.
SM: Het vraagt best veel van de mens als actor, meer dan alleen als acteur.

Is het everybody is a stand-in-concept, waarbij iedereen allerlei soorten rollen kan spelen, ook een herwaardering van ambachtelijkheid in het theater, geen sterren en typecasting, maar
SM: Zeker. En het heeft als gevolg dat je over acteren best kunt praten. Dat het niet iets mysterieus is. Maar dat je aan iemand kunt vragen waarom hij bepaalde keuzes of interpretaties maakt. Spelen wordt zo weer heel concreet.
RvL: Bovendien zijn we geïnteresseerd in andersoortige personages: niet in psychologie, maar in ideeën.

Wat bedoel je daarmee?
SM: Toen we aan Shoot the Messenger begonnen wisten we alleen wat het thema moest worden. Namelijk gemeenschapsvorming door verbale uitwisseling. Anders gezegd: roddelen. We willen het begrip roddelen herwaarderen, als een soort noodzakelijke jus voor de samenleving. Roddelen is een mechanisme waarbij je je morele waarden aftoetst bij een ander. Daardoor kun je ze in het gesprek stilletjes bijsturen mocht dat nodig zijn. Sociologen vergelijken dat met het vlooien van apen. We hebben dat onderzocht aan de hand van twee voorbeelden. Hoe homoseksualiteit in de jaren vijftig in de kapsalon werd besproken en hoe die bewustwording via bespreekbaarheid in de jaren negentig tot de legalisering van het homohuwelijk heeft geleid. En het andere voorbeeld was hoe we ons inbeelden dat holbewoners op de bliksem gereageerd moeten hebben. We kwamen tot de conclusie dat de roddel de wet in potlood neergeschreven is.

Dus jullie beginnen niet met een stuk maar met…
RvL: In de kring zitten en praten.
SM: Alleen praten. Heel veel praten.
EdV: Dat vond  ik wel heel opvallend: eerst moest iedereen helemaal begrijpen wat er gespeeld gaat worden.
SM: Ik schrijf wel dingen van tevoren, maar er zijn ook andere manieren om tot tekst te komen.
RvL: My First Suicide en Kill Your Character lagen nog relatief dicht tegen bestaande teksten aan, van De zelfmoordenaar (1928) van Nicolai Erdman en Luigi Pirandello’s 6 personages op zoek naar een auteur (1921), maar langzamerhand zijn we daar meer los van gekomen. Onze personages zijn meer archetypische types, filosofische concepten bijna.
EdV: Dat komt ook omdat jullie, ik zeg jullie, maar ik bedoel we, maar ik sta er als muzikant misschien net een beetje anders in, alles willen benoemen. Er is niet één kant van de zaak. Je hebt een vraagstuk en de personages bespreken alle kanten. Waardoor je als publiek niet precies weet wat je moet denken, maar wel alle lagen van een probleem of dilemma opeens snapt.

De voorstelling creëert een morele ruimte waarin het publiek zelf na afloop aan de slag moet?
EdV: Ja. Hoewel hij niet een open einde heeft. Er is wel een afsluiting.
SM: Er is een gezamenlijk traject van voorstelling en publiek, en dan een uitnodiging om zelf verder te gaan. Kun je denken, denk dan mee. Kun je echt denken, denk dan verder. We willen wel tot denken aanzetten, maar niet door de confrontatie met het negatieve.
EdV: Iets kan diepzinnig zijn zonder zwartgallig en negatief te hoeven zijn. We willen mensen optillen en een stukje meenemen. Maar het is soms bijna een taboe om dat vanuit positiviteit te willen doen.

Positief engagement?
SM:Shoot the Messenger gaat over de vraag: binden we door de ramp of binden we door de hoop? Onze personages zijn allemaal –isten. Dus we hebben een utopist en een realist, maar ook een toerist en een solist, een terrorist en een fatalist. Ieder mens heeft eigenschappen van al die –isten, dus samen geven ze een genuanceerd beeld. Omdat het geen mensen van vlees en bloed zijn ontstaat er een ander soort psychologie en een ander soort identificatieproces.

Eefje, jij schrijft dan songs en muziek, hoe anders is dat dan bij je eigen werk?
EdV: Heel anders. Ik werk niet met songteksten, maar met script. Het is bijna opera-achtig, waarbij je dan niet aan klassieke opera moet denken. Ik probeer in een gewone spreektekst zoveel mogelijk muziek te horen. Het ritme van de tekst bepaalt de muziek. De tekst heeft een bepaalde lading die de muziekkleur bepaalt. Het zijn geen liedjes, maar korte poppy muziekstukken. In Shoot the Messenger drukt de muziek momenten van overeenstemming en consensus uit. Meerstemmigheid wordt dan eenstemmig.
SM: Het is emotionele ontlading en een moment van harmonie. Het spreken is steeds maar mitsen en maren In de muziek zijn ze het eindelijk met elkaar eens.

Het is geen musical, het is geen muziektheater, wat is het dan? Brecht?​
SM:
Het is absoluut episch 2.0.

meer:


moeremansandsons


Dana Linssen

​is journalist en bestuurslid van Moeremans & Sons.

SHOOT THE MESSENGER
​MOEREMANS & SONS / EEFJE DE VISSER

Vrolijk anarchistisch theater waarin het publiek de macht grijpt

Theater kent veel ongeschreven regels: het publiek komt binnen, neemt plaats, zet de telefoon uit, murmelt nog wat na en dan begint ‘het’. In Shoot the messenger lopen de zaken net even anders, tot onvrede van enkele bezoekers. Zij beginnen zich te roeren, raken in debat en komen tot een besluit dat ze van de daken zingen. Moeremans & Sons morrelt met plezier aan onze onuitgesproken sociale conventies. Een voorstelling over de subversieve kracht van woorden, de gelegenheidsgemeenschap die we ‘publiek’ noemen en roddelen als politieke daad.

Moeremans & Sons is een collectief van 9 acteurs, een vormgever, een regisseur en een musicus, opgericht in 2012. Gezamenlijk nemen zij alle productionele taken op zich, van techniek tot PR en van logistiek tot verkoop. Deze manier van werken is tegelijk een sociaal experiment, een onderzoek naar hoe een artistieke organisatie kan functioneren. Moeremans & Sons maakte eerder de voorstellingen My first suicide, Kill your character en My own private disaster.

Sarah Moeremans (1979) maakt voorstellingen met een satirisch-filosofische inslag. Zij studeerde beeldende kunsten in Gent, volgde de acteursopleiding in Antwerpen en vervolgens de regieopleiding in Amsterdam. Haar afstudeervoorstelling Roostattoo werd bekroond met de Ton Lutz Prijs. Als actrice, regisseur en vormgeefster werkte ze o.a. bij Frascati, het Huis van Bourgondië, het Toneelhuis, Victoria, de Veenfabriek en het Ro Theater. De afgelopen jaren was zij bij Frascati te zien met haar voorstellingen Roos, There are people dying en Crashtest Ibsen II: Volksvijand. Moeremans is sinds 2012 als huisregisseur vast verbonden aan het NNT.

tekst Sarah Moeremans muziek Eefje de Visser spel Moeremans&Sons: Eva Van Gessel, Nina Goedegebure, Willemijn Haasken, Matthijs IJgosse, Kaatje Kooij, Rosa Van Leeuwen, Julian Maiwald, Eva Meijering, Sarah Moeremans, Nazanin Taheri Motlagh, Eefje de Visser en Sofie Joan Wouters beeld Julian Maiwald coproductie Moeremans&Sons, Productiehuis Rotterdam en De Coproducers

De Coproducers is een initiatief van Frascati, Toneelschuur, Theater aan het Spui, Theater Kikker, Grand Theatre Groningen, De Verkadefabriek en De Rotterdamse Schouwburg om bijzonder nieuw aanbod mogelijk te maken en aan een groot en breed publiek te tonen.

di 4 t/m za 8 nov
Frascati 2, 21:00
€ 15 / 11,5
theater

De pers over Shoot the messenger
NRC**** 
Fijne satire op theaterbezoek

de Volkskrant***
Innemend en komisch