VOORBIJ DE BLINDE VLEK

Over de polemiek rond Jeremia van Sadettin Kirmiziyüz en Marjolijn van Heemstra

AnchorDe voorstelling Jeremia van theatermakers Sadettin Kirmiziyüz en Marjolijn van Heemstra oogstte naast lovende recensies en een plaats in het Theaterfestival ook kritiek. Van verschillende kanten werd de makers gebrek aan stellingname verweten. Theaterjournalist Robbert van Heuven betoogt dat het verlangen naar een snel en duidelijk oordeel nu net een van de thema’s is die de voorstelling aankaart.

Door Robbert van Heuven

“Jullie kiezen niet”, was de kritiek die Joost Niemöller had. De schrijver van het rechts-conservatieve blog De Dagelijkse Standaard was komen kijken en was daarna met de makers in gesprek geraakt. In hun voorstelling stellen de theatermakers vast dat de pittige opvattingen van de extreemrechtse partij Centrum Democraten in de jaren ‘80 en ’90, in 2014 gemeengoed lijken te zijn geworden. Opvallend genoeg was het maatschappelijk en politiek verzet richting fractievoorzitter Hans Janmaat destijds vele malen groter dan richting bijvoorbeeld Geert Wilders nu. Om uit te zoeken hoe dat zit, gingen Kirmiziyüz en Van Heemstra op bezoek bij Wil Schuurman, de partner en de secretaresse van Janmaat, die bij een confrontatie met linkse activisten een been verloor. Ze bleek geen extreemrechtse feeks te zijn, maar een innemende mevrouw die wereldmuziek luisterend en Final Fantasy spelend haar dagen slijt.

Kritiek van twee kanten

Het verhaal van Schuurman en de verbazing van de makers over haar innemendheid en over de manier waarop zij door de politiek is behandeld, nadat zij in een rolstoel belandde, vormt een van de rode draden in de voorstelling. Maar dat ging blogger Niemöller niet ver genoeg. De theatermakers hadden haar en Janmaat moeten rehabiliteren, evenals hun politieke ideeën. Ze hadden, kortom, voor een kamp moeten kiezen en stevig stelling moeten nemen.

“Waar de CD en de CP op onaanvaardbare wijze worden vergoelijkt,
daar worden de linkse tegenstanders van de Centrumdemocraten
​allen gereduceerd tot het beeld van de gewelddadige radikalinski.”

– Socioloog Merijn Oudenampsen

Opvallend genoeg kwam dezelfde kritiek ook van de overkant van het politieke spectrum. Socioloog Merijn Oudenampsen schreef op het linkse blog Joop dat Kirmiziyüz en Van Heemstra juist te weinig stelling hadden genomen tegen Janmaat en Schuurman. “Waar de CD en de CP [de nog extremere partij waarmee de CD vergaderde, toen Schuurman gewond raakte, RvH] op onaanvaardbare wijze worden vergoelijkt, daar worden de linkse tegenstanders van de Centrumdemocraten allen gereduceerd tot het beeld van de gewelddadige radikalinski.”, schreef hij. In Jeremia wordt de linkse krakersbeweging verbeeld door de fictieve Godelieke die nu als vijftiger in een ooit gekraakt, maar luxueus grachtenpand woont en zegt dat ze opnieuw een rookbom richting de CD zou gooien. 

Welles-nietes

De vraag is natuurlijk of lekker stevig stelling nemen voor of tegen iets een gesprek verder helpt. Een hoge mate van welles-nietes is echter wel wat het Nederlandse publieke debat bij uitstek kenmerkt, zeker als het gaat om onderwerpen als integratie en multiculturaliteit. Hoewel, debat… Zoals Volkskrant-columnist Jean Wagemans vorig jaar al eens schreef, is het innemen van tegengestelde posities nog geen discussie. “Over elke mening, ook al is die te belachelijk voor woorden, kun je een kwalitatief hoogstaand debat voeren.”, schreef hij. “Bovendien, als je een bepaalde mening te belachelijk voor woorden vindt, dan is dat gewoon een manier om te zeggen dat je het er niet mee eens bent. Dan moet het debat nog beginnen.”

“Mijn kritiek op het stuk is dat de ‘makers’ (vreselijk woord) zich niet de
enige echte vraag eigen hadden gemaakt die ertoe doet: Had Janmaat
​gelijk in zijn maatschappelijke analyse?”

– Blogger Joost Niemöller
(Lees meer)

Zeker in de blogosfeer, waar Oudenampsen en Niemöller zich ophouden, is het eerder regel dan uitzondering dat er stellig voor een kamp wordt gekozen. Voor Wilders of tegen. Voor Palestina of voor Israël. Voor zwarte piet of tegen racisme. Vanuit die digitale schuttersputjes van het internet worden vervolgens stellingen gelanceerd, maar er wordt zelden inhoudelijk geargumenteerd. Kritiek wordt weggezet als vooringenomenheid: natuurlijk is hij het niet met me eens, want hij is links/rechts/zwart/moslim/jood. De onwrikbaarheid van posities in het digidebat wordt nog eens versterkt door de echoput-achtige kwaliteiten van het internet. Het is makkelijk om alleen die blogs te lezen en die mensen te volgen die vinden wat jij ook vindt. Kirmiziyüz vertelt in Jeremia dat het hem pas lukt om in contact te komen met rechtse reaguurder Gekke Toon als hij zich op internet gaat ophouden als de gelijkgestemde ‘lokracist’ Moslimbeuker.

“Het is makkelijk om alleen die blogs te lezen en die mensen te volgen
​die vinden wat jij ook vindt.
"

Het lijkt er, kortom, om te gaan dat je net doet of je de argumenten van de ander, hoe goed ze ook zijn, niet ziet. Door op zinnige argumenten in te gaan, loop je immers de kans dat je je stevige stelling moet nuanceren. Of, nog erger, dat je schuttersputje met steekhoudende argumenten wordt gedempt. Linkse activiste Godelieve zegt in de voorstelling letterlijk tegen de makers dat je een blinde vlek moet hebben voor je tegenstander wil je echt idealistisch stelling kunnen nemen. Wil Schuurman kan simpelweg geen leuk mens zijn, want daarmee zouden de ‘verzetsdaden’ van links aan morele hoogte verliezen.

Blogosfeer vs. theater

Een tussenpositie innemen, zoals Kirmiziyüz en Van Heemstra doen, is dan ook niet helemaal de bedoeling. Bloggers Niemöller en Oudenampsen verwachten stellingname van de theatermakers ten opzichte van hun onderwerp. Net als op het internet. De twee kwamen naar het theater in de verwachting hun eigen ideeën te gaan ijken en bevestigd te krijgen wat zij allang vonden: Janmaat is fout/Janmaat is goed. De kritiek die zij beiden hebben op de voorstelling is dat die niet de echoput is die zij verwachtten.Datzelfde verwijt krijgen de twee makers in de voorstelling van de linkse Godelieke met haar blinde vlek.

Maar misschien is het wel zo dat de makers helemaal geen stelling wilden nemen. Zelf schreven ze in een reactie op het artikel van Oudenampsen dat hij: “… lijkt te vergeten dat hij hier met een voorstelling te maken heeft en niet met een politiek pamflet. Wij willen ons publiek niet vertellen wat ze moeten denken.”

“Het theater is geen internet.”

Het theater is geen internet. Al was het maar, omdat er in de theaterzaal een fysieke ontmoeting plaats vindt tussen makers en publiek en je soms ook onverwacht dingen te zien krijgt, waar je het niet mee eens zou kunnen zijn. Bovendien wordt er soms van je verwacht dat je je probeert in te leven in mensen met wie je het niet eens bent. Soms is dat de massamoordenaar Richard III en soms Wil Schuurman. De vraag om empathie, die de basis vormt van het theater, lijkt de bloggers misschien wel het meest in verwarring te brengen.

Nuance, twijfel, empathie

Op het internet (of zelfs via krant of televisie) is het mogelijk om de tegenstander volledig te vereenzelvigen met zijn politieke ideeën, omdat je hem of haar alleen kent van die ideeën. In de voorstelling laten Kirmiziyüz en Van Heemstra echter de driedimensionale persoon achter de ideeën zien. Iemand kan er extreme ideeën op na houden en dan toch een vriendelijke mevrouw zijn die zich onheus bejegend voelt. Net zoals Gekke Toon, die Kirmiziyüz op internet toewierp op te moeten rotten naar zijn eigen land, eigenlijk een aardige blonde mevrouw met een schildpad blijkt te zijn. Die Geert heet, dat dan weer wel. Doordat je Gekke Toon en Schuurman een klein beetje leert kennen, wordt blinde stellingname moeilijker gemaakt. Het is de verbazing over de sympathie die je kunt voelen voor iemand met wie je het in grote mate politiek oneens bent, die de makers hebben willen theatraliseren.

Daarmee begeven de makers zich wel op glibberig moreel terrein. Want dat iemand in het dagelijks leven lief is, of een schildpad heeft, wil niet zeggen dat diens ideeën niet gevaarlijk kunnen zijn. Hitler was ook lief voor zijn honden, zoals het cliché luidt.

Los daarvan laten Kirmiziyüz en Van Heemstra met Jeremia zien dat het theater geen echoput is, maar een plek waar nuance, twijfel en empathie de ruimte krijgen. In NRC merkte Van Heemstra op dat een mens de verantwoordelijkheid heeft zich te blijven informeren. Of anders geformuleerd: om de blinde vlekken in zijn kennis over de ander in te vullen door je in hem te verdiepen, ook als je het niet eens bent met die ander.

Pure winst

Om dat te kunnen doen, halen de theatermakers een politiek zeer geladen onderwerp uit het politieke domein en brengen dat het theater in. Daar doen ze een poging niet aan één kant van het onderwerp te blijven staan. Ze lopen er liever onderzoekend omheen om het van alle kanten te bekijken. Ook de kanten die je liever niet ziet. Eventjes een keer geen stelling nemen, maar reflecterend om de zaken heen lopen, is geen (morele) zwakte, het is juist een van de krachtigste mogelijkheden die het theater de democratie te bieden heeft.

Er zullen altijd mensen zijn die nuance verwarren met de onwil om een kant te kiezen of die het inleven in een ander zien als een vorm van te vermijden sympathie voor die ander. Je hoeft alleen maar te kijken naar de toon waarop er gesproken wordt over Gaza om te beseffen hoe dodelijk het is voor een publiek debat als kritiek op Israël gelijkgesteld wordt met antisemitisme en kritiek op Hamas met het gedogen van de moord op kinderen.

Juist daarom is het fijn dat er een plek is waar je eens wat langer naar iemand kan luisteren met wie je het niet eens bent. Waar je wellicht een deel van zijn motieven leert te begrijpen. Niemöller en Oudenampsen zijn in ieder geval voor een avond geconfronteerd met gedachten die niet die van henzelf waren. Dat is geen probleem, dat is pure winst.


Related articles:


Janmaat verdient geen rehabilitatie

De rehabilitatie van extreem-rechts


‘Hebben we een PVV-stuk gemaakt!’


Antifascisten toen en reaguurders nu




Robbert van Heuven (1978) is freelance cultuur- en theaterjournalist en dramaturg. Hij schrijft onder andere voor Dagblad Trouw, TM en Kunsten ’92.